![]() |
||
Geografie Het Noorse berglandschap onstond 340 miljoen jaar geleden. Tijdens de ijstijden werd het bergland bedekt met een 2000 meter dikke ijslaag. De gletsjers slepen diepe kloven in het landschap en zo onstonden de fjorden. Sommige fjorden reiken tot tientallen kilometers landinwaarts. Het verst landinwaarts reikt de Sognefjord (204 km). Ongeveer 10.000 jaar geleden trok het ijs zich langzaam terug en begon Noorwegen te bloeien. Nog steeds zijn er in Noorwegen verschillende grote gletsjers te vinden. De grootste is de Jostedalsbre in West-Noorwegen. In het westen van het land liggen de Folgefonna en de Hardangerjøkuenl. Verder naar het noorden ligt bij Mo i Rana de Svartisen-gletsjer. |
||
![]() |
![]() |
|
Noorwegen in cijfers Noorwegen is 11,4 keer zo groot als Nederland, de eilanden Spistbergen en Jan Mayen meegerekend. In totaal beslaat het land een oppervlak van 385.155 km², inclusief 16.360 km² water. Het land heeft een kustlijn van ruim 2.600 kilometer. Als je de talrijke fjorden die de kust bepalen meerekend, is de kustlijn zelfs 21.000 kilometer lang. Van noord naar zuid meet Noorwegen in vogelvlucht bijna 1800 km. De breedte van het land bedraagt daarentegen hier en daar slechts 80 km. Noorwegen telt ongeveer 15.000 eilanden, waarvan er ongeveer 2000 bewoond worden |
||
Grenzen Noorwegen grenst in het noorden aan Rusland, Finland en Zweden. De grens met Zweden loopt aan de gehele oostkant door tot het zuiden van Noorwegen en vormt daarmee de langste landgrens in Europa. Ten noorden van Noorwegen bevindt zich de Barentszzee, in het westen de Noordelijke IJszee, in het zuidwesten de Noordzee en in het zuiden het Skagerrak. |
||
Landschap Door de bergen wordt Noorwegen op een natuurlijke manier verdeeld in vier landschappen. Het Østlandet is het dichtstbevolkte gebied en heeft als centrum de stad Oslo. Hier liggen de meest uitgestrekte bossen en de drukst bezochte vakantiegebieden. In Vestlandet liggen de beroemde fjorden en met sneeuw bedekte bergen. De belangrijkste stad in deze regio is Bergen. Trøndelag ligt in het midden van Noorwegen rond de stad Trondheim en is een redelijk vlak en vruchtbaar gebied. Nordlandet bestaat uit bergen, eilanden en fjorden. Dwars door het gebied loopt de poolcirkel en hier wonen ook de Samen/Lappen. Onder deze regio vallen onder andere de bekende Lofoten. |
||
Bergland Noorwegen kan met recht een bergland worden genoemd: zo'n 70 procent bestaat uit bergen, gletsjers en (berg)meren. De hoogste top is Galdhøpiggen met 2.469 m, ten noordwesten van de stad Lillehammer. Hoogvlakten zijn voornamelijk te vinden in de noordelijke provincie Finnmark en in het zuiden (Hardangervidda). Vanwege de bijna overal rotsachtige bodem is hooguit 3 procent van het landoppervlak geschikt als bouwland. Het bosareaal beslaat ongeveer 27 procent van het Noorse land. |
||
Flora en fauna |
||
![]() |
![]() |
|
Toen 10.000 jaar terug het klimaat langzaam verbeterde en de dikke ijslaag op Noorwegen verdween verschenen de eerste planten. De planten zorgden ervoor dat er ook dieren, vogels en insecten kwamen. De eerste dieren waren de arctische dieren zoals wilde rendieren, vossen en wolven. |
||
![]() |
![]() |
|
Bomen kwamen pas later en zorgden voor een nieuwe toestroom van dieren waaronder beren, lynxen, marten, bevers en otters. Deze toestroom van dieren bereikte zijn hoogtepunt 6000 v. Chr. doordat het klimaat aanzienlijk was verbeterd. De gemiddelde temperatuur was 3 graden gestegen. Dit lijkt niet veel, maar in de bergen groeien de bomen tot 100 meter hoger als de temperatuur met een graad stijgt. Bergachtig Noorwegen werd bedekt met dichte dennen- en berkenbossen. De gletsjers waren verdwenen en enorme eikenbossen spreiden zich uit over het lager gelegen land. In de bossen van Midden-Noorwegen zijn veel wilde vruchten te vinden: bosbessen, frambozen en wilde aardbeien. In de loof- en dennenbossen komen ook veel paddestoelen voor. De Noren zijn gek op het plukken van bessen en paddestoelen. Vanwege de lage bevolkingsdichtheid van Noorwegen leven er, ook tegenwoordig nog, een groot aantal wilde dieren in de natuur. Dieren die tegenwoordig in Noorwegen in het wild voorkomen zijn onder andere rendieren, wolven, elanden, herten, beren, lynxen, bevers, otters en lemmingen. |
||
![]() ![]() ![]() |
||
Noorwegen is ook interessant voor vogelliefhebbers. Zo komt onder andere de bekende papegaaiduiker veel voor. Op sommige eilanden voor de kust komen meer dan 200 vogelsoorten voor. Landinwaarts is de auerhoen een bekende verschijning. De Noorse meren, rivieren en kustwateren zijn over het algemeen rijk aan vis. Koolvis, makreel en kabeljauw komen veel voor. In mindere mate is er platvis, heilbot en zeewolf te vinden. In de meren en rivieren leven o.a. zalm, forel, baars, brasem en snoek. |
||
![]() ![]() ![]() |
||
Northern
Lights |
||
![]() |
![]() |
|
Poollicht (wetenschappelijke naam: aurora) hangt samen met uitbarstingen op de zon waarbij grote hoeveelheden geladen deeltjes het heelal ingeslingerd worden. Het aardmagnetisch veld zorgt ervoor dat de deeltjesstroom in de omgeving van de aarde wordt afgebogen en in de buurt van de noord- en zuidpool met verhoogde snelheid de atmosfeer binnendringt. De van de zon afkomstige deeltjes bevatten veel energie die in de bovenste kilometers van de atmosfeer door botsingen wordt overgedragen op atomen zuurstof en stikstof. Die energie komt uiteindelijk weer vrij en wordt op 800 tot 1000 kilometer hoogte uitgestraald in de vorm van het kleurrijke poollicht. Als het poollicht zich voordoet zien we vaak een lichte gloed of is het licht zichtbaar als bewegende bogen, stralenbundels of gordijnen van licht en heel zelden is het zelfs vlammend. Soms staat aan de noordelijke horizon een boog waaruit de lichtstralen als zoeklichten omhoog schieten. De kans op poollicht is het grootst in jaren met grote activiteit op het oppervlak van de zon. Om de elf jaar maakt de zon zo'n "actieve" periode door, wat zich uit in een groter aantal zonnevlekken. Wanneer zo'n zonnevlek naar de aarde is gericht kunnen de geladen deeltjes die bij de uitbarsting vrijkomen de aardse atmosfeer bereiken en poollicht veroorzaken. Radiozenders op de kortegolf worden enige uren tevoren ernstig gestoord. In Nederland wordt jaarlijks op gemiddeld ongeveer zeven dagen poollicht waargenomen, het vaakst in jaren met veel zonneactiviteit. Omdat het verschijnsel in noordelijke richting wordt waargenomen wordt het ook wel noorderlicht genoemd. Op het zuidelijk halfrond is het poollicht ook te zien en spreekt men van zuiderlicht. |
||
![]() |
![]() |
|
Poolnacht De poolnacht is het verschijnsel waarbij de zon 24 uur niet boven de horizon uitkomt. Het is alleen te zien ten noorden van de Noordpoolcirkel, of ten zuiden van de Zuidpoolcirkel. Tijdens zo'n donkere periode in het hoge noorden is het poollicht goed waar te nemen. Dit verschijnsel wordt ook wel Noorderlicht of Zuiderlicht genoemd. Tegenover dit verschijnsel is de pooldag of vaak middernachtzon genoemd, waarbij de zon ook 24 uur (dus ook 's nachts) niet onder de horizon komt. |
||
![]() |
![]() |
|
Staafkerken Tussen 1100 en 1300 werden in Noorwegen ongeveer duizend houten staafkerken (stavkirker) gebouwd, waarvan vandaag de dag nog amper een dertigtal is overgebleven. Hoewel archeologen bewijzen hebben gevonden dat er in heel Noord-Europa staafkerken werden gebouwd, zijn deze alleen in Zuid-Noorwegen bewaard gebleven. In de 19e eeuw verwierven ze een plaats in het publieke bewustzijn dankzij de romantische schilderijen van Johannes Flintoe en J. C. Dahl. Vervolgens begonnen architecten kerken die op de nominatie stonden te worden gesloopt, te registreren en te onderzoeken. In 1844 werd door een aantal liefhebbers de Vereniging tot behoud van Noorse monumenten opgericht, die zich ontfermde over belangrijke oude gebouwen. Op dit moment zorgt de vereniging voor de instandhouding van acht staafkerken. Vier andere kerken bevinden zich in openluchtmusea. De traditionele lafting-constructie komt erop neer dat boomstammen worden ingekerfd en vervolgens horizontaal in elkaar worden gepast, waardoor een massieve wand ontstaat. Bij de staaftechniek, daarentegen, wordt gebruik gemaakt van een skelet van verticale palen. De buitenkant wordt afgewerkt met dikke planken (staven), die eveneens verticaal worden opgetrokken op een manier die aan scheepsbouw doet denken. Bij vroege staafconstructies werden de palen rechtstreeks ingegraven in de grond, met als gevolg dat ze vanaf de grond begonnen te rotten. Bij latere constructies maakten de kerkbouwers eerst een basis of grondbalk van horizontale balken die op een stenen fundering werden geplaatst. Alle verticale elementen (waaronder lange palen, die masten werden genoemd) werden in gleuven in de grondbalk gemonteerd – twee tot vier palen per muur. De bovenkant van elke paal – met een hoogte van 8-9 meter – werd met behulp van knieverbindingen en Andreaskruisen bevestigd aan een verhoogde balk. Grote delen van het muurframe werden op de grond gefabriceerd, waarna ze als kant-en-klare eenheden op de rechthoekige grondbalk werden geplaatst en opgetrokken, zodat een kubusvormige binnenruimte ontstond. Er zijn diverse typen staafkerken. De eenvoudigste hebben alleen een schip en een klein koor. Het dak rust op de muren. Sommige staafkerken hebben een hoge mast in het midden, ter ondersteuning van een torenspits en ter versterking van de muren. De grootste en meest complexe staafkerken hebben een verhoogde ruimte in het midden, gedragen door vrijstaande palen en omgeven door een lage galerij. De houten ingangen zijn vaak rijk versierd met ingewikkeld houtsnijwerk. |
||
De Vikingen Ze zijn bij ons vooral bekend als plunderende krijgers, maar dat is niet geheel waar. Naast krijger waren ze tevens ontdekkingsreizigers, kolonisten, ambachtslieden, handelaars en scheepsbouwers. Door overbevolking en voedseltekorten begonnen de Vikingen met hun plunderingen en veroveringen in de 9e eeuw. Een andere belangrijke oorzaak was dat bij de vikingen de oudste zoon de enige erfgenaam was en alle bezittingen van zijn vader overnam. Zodoende was er een groot overschot aan jonge mannen die een andere bron van inkomsten moesten zoeken. Vaak sloten deze zich dan aan bij de jaarlijkse handel annex plundertochten naar het welvarende zuiden. Aanvankelijk leek het alsof niemand de vikingen kon weerstaan maar na verloop van tijd werden hun 'slachtoffers' beter in het zich tegen hen verdedigen. Dat kwam door een betere organisatie en doordat men begon met het bouwen van verdedigingswerken zoals versterkte burchten die door aanvallers bijna niet in te nemen waren. Toen de Vikingen aldus meer nederlagen te verduren kregen, en nadat hen een gebied aan de monding van de Seine was gegeven (het huidige Normandië), werd met de Vikingen - toen onder aanvoering van leider Rollo - definitieve vrede bereikt in onze omstreken. De bewoners van Normandië en de bewoners van rijken die de Vikingen stichtten in Engeland en Ierland, worden ook wel Noor(d)mannen genoemd. De Vikingen behoorden tot de noordelijke tak van de Germanen en hun godsdienst, dagelijkse leven, cultuur en mythologie kwamen grotendeels met die van de overige Germanen overeen. Dezen waren echter inmiddels grotendeels christelijk geworden en ze hadden veel cultuur overgenomen van de voormalige 'romeinen' van het door hun veroverde West Romeinse rijk van een paar honderd jaar eerder. Tussen 1000 en 1100 werd Scandinavië bezocht door christelijke predikers en werden ook de woeste vikingen geleidelijk bekeerd tot het Christendom en verdween de 'plaag uit het Noorden'. |
||
Boten en
schepen |
||
![]() |
![]() |
|
De Vikingen maakten
al in de bronstijd snelle en lichte boten voor het vervoer van personen,
en grote (16 tot 20 meter) schepen voor het vervoer van vee en goederen
en voor oorlogvoering. Alle zijn lang en smal van uiterlijk en voor en achter
gelijk van vorm. Ze waren zo vaardig in het bouwen van de schepen, dat ze
daarmee zelfs de Atlantische Oceaan konden bevaren tot aan Amerika. De vikingschepen
waren niet alleen zeewaardig maar door hun geringe diepgang ook geschikt
om de Europese rivieren zeer ver op te varen. Zo konden ze diep het continent
binnendringen en over land van het ene rivierstelsel naar het andere komen.
Ze behandelden hun boten als mensen, de boeg was meestal prachtig bewerkt
met houtsnijwerk en ingelegd met allerlei houtsoorten en soms edele metalen.
Ze gaven hun boot ook namen, zoals Vlugge Draak. Dit weet men uit archeologische
vondsten en oude kronieken. Oostelijke expansie door de Zweden De Vikingen zwierven uit tot in het huidige Rusland, dat
zelfs zijn naam aan hen dankt. Rus is oorspronkelijk de naam voor de (Zweedse)
vikingen die Rusland bereikten (het kan roodharige of roeier betekend
hebben); pas later wordt met de term de gehele bevolking van Rusland bedoeld.
De Zweed Rurik stichtte de eerste Russische staat. Verder stichtten vikingen
belangrijke handelssteden als Novgorod en Kiev en dreven ze vanuit Rusland
handel met Constantinopel. Verscheidene malen waagden de 'Russische' vikingen
zelfs overvallen op Constantinopel. Dit bleef zonder resultaat door de
zeer goede verdedigingswerken rond de stad die al vele malen hun nut bewezen
hadden. Toen boden sommige van de Vikingen zich aan als huurling voor
het Byzantijnse leger. Ze werden ondergebracht in een speciale elite-eenheid
die de persoon van de keizer moest beschermen en werden bekend als de
Varjagen. |
||
![]() |
![]() ![]() |
|
![]() |
||
Westelijke
expansie door de Noren |
||
Noorse Mythologie De Noorse mythologie is, zeker in West-Europa, één van de bekendere, samen met onder andere de Griekse, Romeinse, Egyptische en (in mindere mate) de Germaanse mythologie. De invloed van deze mythologie is o.a. in Nederland nog merkbaar, omdat zij haar oorsprong niet ver hier vandaan vindt. De Noorse mythologie koppelen we aan de Noormannen of Vikingen, de toenmalige bewoners van de Scandinavische landen, maar de verhalen werden ook aangevuld door verhalen uit omliggende landen (zoals IJsland). Finland heeft een meer eigen mythologie. Schepping Zoals Christenen het verhaal van de Schepping van de wereld door God
hebben, zo hadden ook de Vikingen hun scheppingsverhaal. |
||
![]() |
Odin
Odin is de alvader, de 'oppergod' van de Noorse mythologie, aan wie veel van de andere goden hun bestaan te danken hebben. Onder andere is hij de vader van Thor. Hij is ook bekend als Wodan in de Germaanse mythologie. Odin is een ontzagwekkende god. |
|
![]() |
Thor
Thor is, als zoon van Odin, eveneens zeer bekend maar
geliefder. Zijn belangrijkste attributen zijn de hamer Mjølnir
(met bijhorende ijzeren handschoenen om hem beter te kunnen hanteren)
en een speciale gordel die zijn van nature uit reeds verschrikkelijke
kracht nog eens verdubbelt. |
|
![]() |
Freya / Frøya
Frøya is de godin van de liefde en de schoonheid.
Vergis je echter niet, ze is niet bepaald een katje om zonder handschoenen
aan te pakken. Van tijd tot tijd werpt ze zich mee in één
of andere veldslag. Als het er op aankomt werpt ze zich met evenveel vuur
in de strijd als een Walkure. Dat is ook de reden waarom Freya soms wordt
aangezien als de vrouwelijke aanvoerster van de Walkuren (Odin is en blijft
echter hun échte aanvoerder). Freya is oorspronkelijk één
van de Wanen. Er wordt in sommige sagen gezegd dat zij de dezelfde god
is als Frigg. Andere sagen spreken dit echter weer tegen. |
|
![]() |
Freyr Freyr is de zoon van zeegod Njord en de broer van Freya.
Hij is ondermeer een god van vruchtbaarheid en lente. Zijn bekendste attributen
zijn het gouden everzwijn Gullinbursti, zijn rijdier, en het opvouwbare
gouden schip Skidbladnir. Freyr is oorspronkelijk één van
de Wanen. |
|
![]() |
Tyr
Tyr was oorspronkelijk de god van de oorlog en het recht.
Zijn vader is de reus Hymnir, die het helemaal niet op de goden heeft.
Tyr legt zijn hand in de muil van Fenris als borg voor de toezegging dat
de Asen Fenris zullen vrijlaten. Als dat niet gebeurt, wordt zijn hand
afgebeten. In oudere vormen van de mythologie was de positie van Tyr belangrijker,
maar in de latere versies heeft Odin bijna al zijn functies overgenomen.
Zijn positie als god van de oorlog is nog terug te vinden in de weekdagen,
waar Tyrs dag (Dinsdag) op de plaats komt van Mars' dag. |
|
![]() |
Loki Loki is oorspronkelijk een reuzenzoon, maar koos er voor zich bij de goden in de Asgard te vervoegen. Hij is de grappenmaker van de goden, maar zijn grappen balanceren vaak op het randje van te ver gaand. Af en toe zit hij wel eens over de streep. Uiteindelijk maakt Loki het te bonten wordt hij vastgeketend en opgesloten. Pas met Ragnarok, het einde der tijden, breekt hij los en vecht hij mee tegen de goden. |
|
Weekdagen
Een aantal van de weekdagen is in het Noorse
vernoemd naar goden uit de Norrøne, of Scandinavische mythologie.
Runen Het runenschrift of futhark is
het oudst bekende schrift dat in Germaanse landen werd gebruikt; het bestaat
uit letters samengesteld uit rechte en hoekige lijnen die gemakkelijk
in steen of hout kunnen worden gekrast. |
||
![]() |
||